Elvas, Évora en Beja

13 september 2019 - Lagos, Portugal

Dag 3 Dinsdag 10 september. Traject Mérida- Évora, 168 km, bezoek aan Elvas.

Elvas, prachtig stadje net over de grens van Spanje

Direct na Badajoz passeren we de grens met Portugal en na 10 kilometer zien we het vestingstadje Elvas al liggen. Sinds 2012 staat dit garnizoensgrensstadje op de Werelderfgoedlijst van Unesco vanwege de goedbewaarde fortificaties. Hier bevindt zich het grootste gebastioneerde vestingstelsel ter wereld, met een omtrek van bijna 10 km en een oppervlakte van 300 ha. Deze unieke verdedigingswerken uit verschillende eeuwen omvatten verschillende monumenten: het kasteel, twee forten, drie kleinere forten, de verdedigingsmuren en het enorme aquaduct Aqueduto da Amoreira, dat 7 km lang is, 843 bogen telt en op sommige plaatsen ruim 30 meter hoog is. (visitportugal.com)

Het aquaduct dateert uit de 16e eeuw en is gebouwd om de stad Elvas, die toen met grote droogte kampte, te voorzien van water. Dit werd door middel van het aquaduct vanuit Amoreira (7 km verderop) naar de stad gebracht. 

We lopen een eind over de vestingwallen die stervormig zijn neergelegd en tot de best bewaarde stadswallen van Europa behoren. We hebben van daar af prachtig uitzicht over de vlakte van de Alentejo, een lieflijk gebied met glooiende heuvels, olijf-en kurkbomen. Het meest in het oog springend zijn het aquaduct en de 2 forten die noord-zuid van Elvas liggen. Deze forten zijn eveneens stervormig gebouwd (17e en 18e eeuw ) met de bedoeling de Spanjaarden op afstand te houden. Wij bezoeken het Forta do Graça, een immens vestingwerk met helemaal bovenop de gouverneurswoning. Het geheel vormt een onneembaar bolwerk waar je werkelijk uren rond kunt dwalen. Leuk zijn de tekeningen vol humor die door soldaten op de muren zijn aangebracht.

Als we eind van de middag in ons hotel in Évora hebben ingecheckt  rijden we 14 km westwaarts om iets totaal anders maar ook zeer interessants te bezoeken: de Cromeleques dos Almendres ofwel de Cromlech, de stenenkring waarvan de oudste stenen al van 6000 jaar vóór Christus dateren en pas in 1966 werden ontdekt. Anders dan de dolmen (hunebedden) die als grafmonumenten werden gebruikt weet men eigenlijk nog steeds niet precies waarom men deze stenencirkels neerlegde. Ze zullen waarschijnlijk een religieuze en ceremoniële bedoeling gehad hebben waarbij de zonnewende werd gevierd. In elk geval is deze Cromlech de grootste van het Iberisch schiereiland en hoort het zelfs tot de grootste van Europa. Ook heeft men bepaald dat er een verband moet zijn tussen deze plek en Stonehenge in Engeland. Er staan 95 stenen, verschillend in grootte en geplaatst in 2 cirkels: een ronde en een ovalen cirkel. Op dit tijdstip van de dag staat de zon al een stuk lager en krijgt deze plek iets magisch en geheimzinnigs, het voelt ook als een heel bijzondere plek..... ( zie ook :https://www.independent.co.uk/travel/europe/portugal-evora-stonehenge-cromlech-midsummer-solstice-almendres-zambujeiro-stone-circle-a7085496.html?amp)

We bezoeken tenslotte ook nog de geïsoleerde menhir, 1,4 km exact ten oosten van de Cromeleques. Wat een mooie kennismaking met de Alentejo is het vandaag geweest. Morgen gaan we de mooie stad Évora bezoeken! 

Dag 4 Woensdag 11 september. Bezoek aan Évora.

Templo Romano.

Évora is de belangrijkste stad van de Alentejo en wordt beschouwd als een van de mooiste stadjes van Portugal. Sinds 1986 staat het op de Werelderfgoed-lijst, onder andere vanwege de goed bewaarde witgekalkte huizen die verfraaid zijn met de typische azulejos en smeedijzeren balkons. Het is een echt monumentenstadje door de aanwezigheid van vele kerken en bovendien een romeinse tempel. Als eerste bezoeken we de de San Franciscuskerk die bekend is vanwege de bijzondere kapel die er naast staat. We willen graag een bezoek brengen aan deze Capela dos Ossos ofwel de Bottenkapel. Deze is in 1600 gesticht door een franciscaner monnik die zijn collega-monniken tot nadenken wilde aanzetten; hij wilde ze op deze manier wijzen op de vergankelijkheid van het leven. Boven de deur staat dan ook in Latijn geschreven: ‘Wij, wiens botten u hier ziet, wachten op de uwe’. Het klinkt griezeliger dan het is, de botten (van meer dan 5000 personen! ) zijn keurig gerangschikt en liggen bijna kunstig in een bepaald patroon tegen de muren en pilaren. Het gaat om schedels, ellepijpen en botten van dijbenen, alles is vastgezet in cement. Mooi? Niet echt, maar wel bezienswaardig! Overigens zijn er in Portugal wel 6 van dit soort kapellen te vinden en daar schijnt de sfeer vele malen intenser en luguberder te zijn dan hier. Dat zal zéker zijn oorzaak hebben door het grote aantal toeristen dat zich hier in Évora bevindt maar desondanks kunnen wij toch mooie foto’s maken en ons verwonderen over deze bizarre bezienswaardigheid.

Évora is dus een monumentenstad maar daarnaast is het er ook nog erg gezellig met kleine straatjes vol souvenirwinkels waar de winkeliers hun produkten van kurk verkopen zoals pannenonderzetters, placemats, tassen etc., of allerlei aardewerk in de mooiste kleuren. Slenterend over de kasseien, van terrasje naar terrasje, is het goed toeven hier en we brengen relaxed de dag hier door waarbij we uiteraard alle highlights aan doen zoals de kathedraal, de universiteit en het mooie plein de Praça do Giraldo. Ook de Templo Romano is zeer de moeite waard; vonden we die eergisteren in Mérida al prachtig, deze schijnt de best bewaarde van het hele Iberisch schiereiland te zijn. Men zegt dat ook deze tempel is opgedragen aan Diana maar dat schijnt echter alleen een legende te zijn die door een monnik in het leven was geroepen: de tempel zou in de eerste eeuw na Christus ter ere van keizer Augustus gebouwd zijn. Er staan nog 14 zuilen, waarvan een aantal (gedecoreerd met Korintische kapitels) nog mooi in tact zijn. 

Aan het eind van de middag bezoeken we nog de dolmen van Zambujeiro. Als je in Drenthe bent bezoek je de immers de hunebedden en ben je in Évora dan doe je dat dus ook. Gisteren hebben we de megalieten al gezien en vandaag dan dit hunebed dat gebouwd moet zijn tussen 4000 en 3500 voor Christus. Met een lengte van 12 meter en een hoogte van 8 meter is het het grootste hunebed van Portugal, het staat onder een dak wat de dolmen beschermt tegen de brandende zon. 

Met een drankje op het ruime terras van onze hotelkamer genieten we tenslotte van een prachtige zonsondergang en we vinden dit een mooi afscheid van Évora.

Dag 5 Donderdag 12 september. Traject Évora naar Beja, via stuwmeer van Alqueva, 180 km.

Tekst spreekt voor zich.

Voor vandaag hebben we weer een mooie rit gepland om uiteindelijk in Beja uit te komen aan het eind van de dag. We willen graag het middeleeuwse dorpje Monsaraz bezoeken wat vlakbij het stuwmeer van Alqueva ligt. Het dorp zelf staat op de lijst van mooiste dorpen van Portugal, je ziet het al van grote afstand bovenop een steile heuvel pronken. Het plaatsje blijkt inderdaad een juweeltje te zijn met kleine straatjes die geplaveid zijn met hobbelige leistenen. Het is een schilderachtig geheel met witgekalkte huisjes en natuurlijk een stoer kasteel dat je beklimmen kan voor een nog mooier uitzicht over de vallei.

Het is begin van onze route langs het stuwmeer dat door de Portugezen het ‘Grande Lago’ wordt genoemd en dat is niet voor niets. Met een oppervlakte van 250 km2 is dit het allergrootste kunstmatige meer van Europa. Bijzonder is dat het pas 17 jaar oud is, het is ontstaan in 2002 toen de grote dam van Alqueva in de Guadianarivier (ja, diezelfde rivier waarvan wij de oorsprong een paar dagen geleden bij de Lagunes van Ruidera hebben gezien) zijn sluisdeuren sloot. Omdat wij nieuwsgierig zijn hoe dit allemaal ontstaan is besluiten wij in Luz het museum te bezoeken waarin alles wordt uitgelegd. Luz is een gehuchtje wat 17 jaar geleden, in 2002, opgehouden is te bestaan omdat het waterreservoir toen gevuld moest worden. Luz was het dorp wat hiervoor werd ‘opgeofferd’ en volledig onder water zou verdwijnen. De bevolking moest zijn huis verlaten, natuurlijk zijn ze gecompenseerd en hebben ze een paar kilometer verderop een nieuw huis gekregen in het compleet nieuw herbouwde dorp, zeg maar Luz 2. Het originele stratenplan is niet aangehouden, was bijvoorbeeld het oorspronkelijke dorp in de rondte gebouwd, het nieuwe dorp is daarentegen kaarsrecht aangelegd. Alle 210 huizen, 24 openbare gebouwen, een voetbalveld en een arena zijn opnieuw neergezet. Slechts de kerk is een exacte kopie van de originele én de begraafplaats. Dit laatste intrigeert ons en we vragen de medewerkster van het museum hoe dat is verlopen. Nou gewoon, de doden zijn opgegraven, hebben een nieuwe kist gekregen en zijn toen ‘verhuisd’ naar de nieuwe begraafplaats. Het dorp is vervolgens volledig gesloopt voordat het water alles zou gaan opslokken. We vinden het toch wel een indrukwekkend verhaal en bekijken foto’s en de film  (alles is hier ondertiteld in het Engels!) zodat we een goed beeld krijgen van deze gebeurtenis die voor alle inwoners ongelooflijk in- en aangrijpend moet zijn geweest.

Natuurlijk moeten wij ook de dam zien die er trouwens voor gezorgd heeft dat dit gortdroge deel van Portugal nu altijd voldoende watervoorraad heeft om de olijfgaarden of uitgestrekte graan-en wijnvelden te kunnen irrigeren. Bovendien wordt er ook electriciteit opgewekt, genoeg voor een stad van 180.000 inwoners. De uitzichten zijn overal grandioos en we hopen hier nog eens terug te komen om een nachtje (of meer) op een bootje door te brengen. Dit gebied is namelijk ook nog eens door Unesco uitgeroepen tot mooiste heldere sterrenhemel zonder lichtvervuiling, het heeft als eerste het predikaat van 'Starlight Tourism Destination' gekregen.

Wij nemen aan het eind van de dag onze intrek in een authentieke hospedería aan de rand van het centrum van Beja, een klein stadje wat wij zo op het eerste gezicht erg verwaarloosd en niet echt interessant vinden. Gelukkig vinden we middenin het centrum een oergezellig en verrassend modern restaurantje waar de lokale bevolking duidelijk graag vertoeft. Het is er levendig druk en met een glas lokale Alentejowijn proosten wij op weer een prachtige dag in dit bijzondere deel van Europa.

Dag 6 Vijdag 13 september. Traject Beja naar Lagos, 120 km.

Kasteel 2

We moeten ons oordeel over Beja enigszins bijstellen. Na het ontbijt besluiten we om het stadje toch nog een kans te geven en een bezoek te brengen aan de enkele monumenten die het rijk is. Het Convent van Onze Lieve Vrouwe van de Conceptie schijnt de moeite waard te zijn, het is tegenwoordig een museum en bovendien is dat de plek waar zich in de 17e eeuw een hartverscheurend liefdesverhaal heeft afgespeeld tussen een jonge non en een Franse officier. 

De kloostergang is in elk geval prachtig gedecoreerd met de bekende Portugese tegels, de Azulejo’s . Het schijnt dat de meeste toeristen echter toch voor het liefdesdrama komen en daarom direct de trap oplopen om het tralievenster te bekijken van waarachter de non haar beminde kon zien en spreken. Het verhaal is dat de non Mariana Alcoforado heftig verliefd was geworden op de 28-jarige Noël Bouton de Chamilly en het is zeer waarschijnlijk dat zij ook echt een relatie met elkaar hebben gehad. In die tijd was het namelijk niet ongewoon dat religieuzen omgang hadden met militairen. Hij vertrekt echter naar Kreta en trouwt enkele jaren later met een andere vrouw. Mariana heeft 5 lange liefdesbrieven naar hem geschreven, deze zijn bewaard gebleven en in meerdere talen uitgegeven. Wij kunnen deze brieven hier allemaal in het museum lezen, ze zijn mooi tentoongesteld op grote borden. 

Ook het kasteel van Beja is de moeite waard, wij gaan er niet naar binnen want we hebben nog een hele route te rijden vandaag maar het stadje is al met al toch wel iets interessanter dan we gisteren aanvankelijk dachten.

Onze route leidt ons dwars door het land, naar de westkust van de Alentejo. Wat is dat toch een grote provincie, hij beslaat een derde van Portugal! Dichter bij de kust verandert ook het landschap. De Alentejo is leeg en vrij vlak, hier verschijnen meer groene heuvels en oogt het lieflijker. We bezoeken het badplaatsje met de prachtige naam Zumbajeiro do Mar waar we dan eindelijk de Atlantische Oceaan zien. De baaien zien er heerlijk uit, morgen gaan we er meer bekijken aan de zuid-westkant. 

En eenmaal in Lagos slenteren we door de gezellige straatjes. Dit is wel even wat anders dan Beja waar de buitenlandse toeristen op 1 hand geteld konden worden. Welkom in de Algarve, we zullen weten dat we in een toeristisch gebied zijn beland.

Foto’s