Noorden van Vancouver Island

21 mei 2019 - Campbell River, Canada

Dag 15 Zondag 19 mei  Traject Victoria naar Qualicum Beach, 150 km

Fragment grote muurschildering

Camping: Cedar Grove Park

Voordat we richting het noorden gaan rijden pakken we vanochtend eerst de gelegenheid om onze camper een keer goed schoon te spuiten en bij te vullen met propaangas. Ook al is het overdag nog steeds heerlijk weer, de avonden koelen behoorlijk af en ‘s ochtends hebben we daarom nog echt even de kachel nodig om de boel weer op te warmen. Verder koken we natuurlijk regelmatig en tijdens de reis werken de koelkast en vriezer op gas. We doen meteen de laatste grote inkopen, nog een paar dagen voordat we naar huis vliegen en we willen uiteraard zo min mogelijk aan boodschappen over houden. 
Onze reis start weer met de Trans Canada Highway 1 (ditmaal North) die maar liefst 8000 km lang is en waarvan we het beginpunt in Victoria hebben gezien. We hebben gelezen dat het niet zo’n lange rit is die we vandaag maken maar dat je er gerust een hele dag voor kunt uittrekken en dat klopt ook wel, er zijn genoeg leuke dingen onderweg te zien die de moeite waard zijn om voor uit te stappen. Om trouwens een idee te geven van de grootte van het eiland: Vancouver Island is 466 kilometer lang en 100 km breed. De weg voert ons langs mooie panoramapunten waar we foto’s maken van het mooie uitzicht over de zee-inhammen en ook hier weer die besneeuwde bergen op de achtergrond. Die bergen die we in de verte zien, staan trouwens niet alleen op het vaste land van Canada maar ook in de VS, zoals bijvoorbeeld Mount Baker die 150 km verderop ligt in de staat Washington. 
We passeren leuke stadjes als Cowichan Bay, schilderachtig gelegen aan het water, met houten huisjes op palen. Het is te merken dat het een lang weekend voor de Canadezen is (morgen is het Victoriaday), iedereen is op stap en het is drukker dan we de afgelopen weken hebben meegemaakt.  
We stappen hier uit om de frisse zeewind op te snuiven, het is laagwater, dan ruikt het altijd extra lekker. Voor het eerst zien we ook een visarend, heel karakteristiek met zijn witte kop. Het is net of hij in de gaten heeft dat we hem filmen en fotograferen, op een gegeven moment gaat hij echt zitten poseren. 
In Duncan lopen we een deel van de totempalenroute. Deze route is in 1966 gecreëerd ter ere van het feit dat Vancouver 100 jaar eerder bij British Columbia werd gevoegd. Lokale artiesten van verschillende First Nations groepen (hier wonen veel Cowichan) hebben verschillende totempalen ontworpen, ieder met zijn eigen symboliek en betekenis.
In Chemainus stappen we weer uit, hier volgen we een deel van de ‘mural’ route, de muurschilderingen die we al eerder tijdens onze reis zijn tegengekomen. Alleen zijn ze nergens zo mooi als hier, sommige zijn gewoon levensecht zoals houthakkers die bomen vellen, stoomlocomotieven, taferelen uit de 1e Wereldoorlog of prachtige portretten van indiaanse opperhoofden. 
De campings van de komende dagen hebben we allemaal van te voren gereserveerd, dat was ook nodig want als we aankomen bij Cedar Grove zien we dat alles ook daadwerkelijk helemaal vol staat. Dat is nog eens wat anders dan de eenzaamheid van vorige week in bv Banff of Lillooet.......

Dag 16 Maandag 20 mei. Traject Cedar Grove naar Campbell River, 105 km

Camping: Thunderbird Park

Landschap aan zee.

Het regent vannacht en ook als we wakker worden valt er af en toe een buitje. We zijn verwend geweest tot nu toe, we hebben bijna nog geen spetter regen gehad. Ach, het zal wel mee vallen hopen we, en voor vandaag maakt het ook niet zo veel uit, we hebben een korte rit voor de boeg, slechts 100 km te gaan naar Campbell River.
Eigenlijk was het plan om een paar dagen in Nanaimo te staan en van daaruit op en neer te rijden naar Campbell River waar we morgen een wildlife tour gaan maken. De afstand vinden we eigenlijk te groot om op en neer te rijden dus we besluiten om ter plekke een fijne camping te zoeken. Die van afgelopen nacht was een beetje twijfelachtig, erg druk en kleine plekken, bijna geen sanitair en ook geen full hook-up plekken (dat is alles inclusief: water, elektriciteit en afvoer). 
We nemen de kleine weg vanuit Cedar Beach, de 19A, een mooie weg die dwars door de bossen voert en we zien onderweg weer eens een paar herten. Regelmatig rijden we ook vlak langs de kust, we stappen even uit als we oesterbanken ontdekken, dat is altijd interessant om een kwekerij te zien. Het ziet er echter allemaal zeer dicht uit, er is niemand en het lijkt allemaal wel helemaal gesloten. We begrijpen het beter als we een bord zien staan waarop vermeld staat dat de oesters uit dit gebied besmet zijn met een ziekmakend virus. Niet eten want je kunt er zelfs verlamd van raken! 
Later in Campbell legt men ons uit hoe het eigenlijk in elkaar zit. Er heeft een norovirus geheerst waar zeker 300 mensen ziek van waren, dat is in het afvalwater terecht gekomen wat niet goed gezuiverd is (het virus is  niet doodgemaakt) en zo zijn de oesters besmet geraakt. Eigenlijk dus door de mens zelf. Niemand wilde meer oesters eten, ook niet gestoomd of gebakken en oesterkwekers hebben het op een gegeven moment ook maar voor gezien gehouden. Het heeft allemaal veel schade berokkend aan de betrokken personen.
Regelmatig stappen we uit om te kijken naar een groep zeehonden die op de oude oesterbanken liggen of een groep kalkoengieren die aan de rand van het water staan. Er is altijd zoveel leven aan de oceaan, we zijn dan ook heel benieuwd naar de vaartocht van morgen! 
Als we het stadje Campbell inrijden zien we overal First Nations tekens, grote totempalen en andere beeldhouwwerken. Zelfs een aparte begraafplaats, dat hebben we nog nooit eerder gezien. Vanmiddag passeerden we wel een camping, speciaal voor First Nations, ook daar stonden totempalen. En dit is dus het land van de Wei Wai Kum, een kleine groep van ongeveer 800 mensen die echter zeer duidelijk het stadje hebben gemarkeerd met beelden. Sterker nog, onze camping maakt er deel van uit en eerlijk is eerlijk, alles werkt hier perfect (zelfs de Wifi, beste van alle campings!) en we staan mooi bij het water.
In Campbell River zoeken we eerst even het kantoor op waar we ons morgen moeten melden en bij een leuk drijvend restaurantje kunnen we de geur van een verse clamchowder niet weerstaan. Bij Crabby Bobs Seafood kan je zelf je eigen krab uitkiezen maar we kiezen toch voor een bordje verse clams en we vragen aan de eigenaresse waar de bijzondere naam vandaan komt. Tja, Bobby was zelf een beetje ‘crabby’ geworden en heeft de boel verkocht aan haar schoonvader. Eigenlijk zou het tentje dus nu Crabby Abby moeten heten (naar de nieuwe eigenaresse dus).   Echter, de naam hebben ze maar zo gelaten. 
Vanavond branden we ons laatste voorraadje houtblokken op en bij een mooi kampvuurtje genieten we van onze avondmaaltijd buiten aan de grote picknicktafel. Met het water op de achtergrond en de bergen in de verte genieten we van de laatste stralen van de zon die aan het eind van de dag weer heerlijk is gaan schijnen.

Dag 17 Dinsdag 21 mei Traject Campbell River naar Nanaimo 150 km

Camping:  Brannen Lake 

Onwerkelijk mooi.....

Als we vanochtend opstaan is de hemel strakblauw en de temperatuur al weer heel aangenaam. Dat is niet onbelangrijk vandaag aangezien we vanmiddag met de Wildlife Tour meegaan die per Zodiac zal plaatsvinden. De camper nemen we vast mee en parkeren hem op een groot parkeerterrein van het winkelcentrum, dat grote ding (28 feet = ong. 8,5 meter) heeft gewoon 2 plaatsen achter elkaar nodig maar dat is heel normaal hier, iedereen doet dat. 

We moeten een half uur van te voren aanwezig zijn zodat iedereen op zijn gemak de speciale pakken aan kan trekken en de muts en de ‘goggles’, die nog het meest weg hebben van een skibril, opzetten. Van te voren heeft men ons al gemaild dat we veel laagjes kleding aan moeten trekken want we zullen met grote snelheid varen en dan koel je snel af! 

We varen vanuit Campbell River, de naam is misleidend want je zou zo denken dat we op een rivier varen. Niets is minder waar, Vancouver Island ligt in de Pacific, om precies te zijn in de Straat van Georgia en is nog omringd door talrijke kleine eilanden die vaak bewoond zijn of in elk geval bebouwd met grote buitenhuizen waarvan er 1 zelfs een eigen 18 holes golfbaan heeft. Op een ander eilandje staat een duur hotel en we zien daar een helikopter landen die waarschijnlijk een rijke gast komt brengen of halen. 

Het is fantastisch om daar tussendoor te varen, het water is prachtig van kleur en varieert van bijna zwart tot heel lichtblauw. Ook bijzonder zijn de grote draaikolken en stroomversnellingen, het lijkt dan echt op een wildwater rivier! Maar toch is het water zout, de boot scheurt door het water en af en toe krijgen we wat zeewater over ons heen wat natuurlijk grote hilariteit veroorzaakt. 

Schipper Jason weet ook goed de boel te entertainen maar daarnaast heeft hij in de 1e plaats ook kennis van zaken. Én een grote liefde voor zijn land die hij goed weet over te brengen op ons door de respectvolle manier waarop hij praat over de dieren die in dit gebied wonen en de overweldigend mooie natuur om ons heen. Met de regen van gisteren (ook al was dat helemaal niet zoveel trouwens!) is er volgens ons ook in de bergen weer wat sneeuw gevallen, de toppen zijn witter dan afgelopen dagen, net alsof er een nieuw wit dekentje overheen zit. Jason brengt ons naar plekken waar we zeeleeuwen zien die rustig op een rots liggen te zonnen. Ook kent hij een plek waar de ‘Bald Eagle’, de Amerikaanse visarend met de witte kop rondzwerft. Het is maar liefst een hele kolonie adelaars die voor ons een show weggeven. Ze duiken voor ons het water in, op jacht naar vissen en het lukt ze regelmatig er een te vangen om hem vervolgens direct door te slikken.

Het is allemaal fantastisch om te zien en ook de vaartocht is geweldig. Alleen dat al is de moeite waard om zo’n tour te maken. Maar eigenlijk hoopt iedereen ook een beer aan de waterkant te zien of walvissen en orka’s in de zee. Tja.....het is geen dierentuin en ook net als op safari is het afwachten wat je te zien krijgt en soms is dat niet veel. Toch verschijnt er aan het eind van de tour een bultrugwalvis en we bewonderen de sierlijke bewegingen van dit enorme beest. We krijgen hem een paar keer te zien voordat we weer richting haven koersen met een voldaan gevoel. Vanmiddag is wat ons betreft een hoogtepunt van onze reis door Canada geweest!

Het is al 17.45 als we de camper starten om weer 150 km. naar het zuiden te rijden. Nanaimo is het doel, van daaruit zullen we morgen de ferry (vanaf Departure Bay) nemen naar Vancouver ( Horseshoe Bay) , ons einddoel. 

Als we bij de camping aankomen is het al laat, van te voren hebben wij hierover al contact gehad en de beheerster heeft beloofd een briefje voor ons op te hangen. En bij aankomst hangt daar inderdaad een plattegrond van de camping met onze naam en plaatsnummer op de deur. Wat werkt het toch allemaal vanzelf hier, daar kunnen we in Nederland nog een hoop van leren!

Foto’s