Sri Lanka, 1e dagen

3 maart 2018 - Negombo, Sri Lanka

Dag 1. Vrijdag 2 maart. Aankomst Colombo.

We hebben er al weer heel lang naar uitgekeken en wat zijn we blij donderdag dat we de kou in Nederland kunnen verlaten. Inmiddels had ik al meer dan genoeg van die beer uit Rusland en verheugde me steeds sterker op de tropische zon van Sri Lanka.
Na een lange reis, met overstap in Dubai (een megalomaan groot vliegveld) wat nog best wel omslachtig was want met liften en trein naar een andere terminal, komen we vermoeid aan op het vliegveld van Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Wat een andere sfeer meteen, dit vliegveld ademt nog de sfeer uit van tientallen jaren geleden, het is er ook heerlijk rustig. Vorig jaar door heel Indochina hebben we telkens lang moeten wachten bij de Immigratiedienst voordat we eindelijk het stempel van binnenkomst van het betreffende land in ons paspoort kregen. Nu gaat het gelukkig razendsnel, ons visum is ruim van te voren al in Nederland gekocht. 
In de aankomsthal worden we opgewacht door Yohan, hij gaat ons vanaf zondag over het hele eiland rondrijden en blijft de komende 2 weken bij ons. Behalve morgen, zaterdag, dat is onze ‘vrije’ dag, in te delen zoals zoals we het zelf willen. Yohan bewijst direct zijn dienst wanneer hij Bart helpt bij het lokale geld pinnen. Het lukt maar niet om het gewenste bedrag uit de machine te krijgen, totdat Yohan ontdekt dat Bart gewoon ‘veel te veel’ geld wil opnemen. De daglimiet ligt hier namelijk niet erg hoog en we lachen er hartelijk om.

Het vliegveld ligt dichtbij Negombo, waar we de komende 2 nachten zullen verblijven. Natuurlijk hebben we ons goed ingelezen en zodoende weten we dat meer dan 75 procent van de bevolking Buddhist is, het buddhisme is de belangrijkste godsdienst van Sri Lanka. We zijn dan ook oprecht verrast als we onderweg bijna alleen maar in Portugese stijl gebouwde kerken zien. Katholieke kerken met levensgrote Maria-en Christusbeelden. Een overblijfsel uiteraard van de Portugezen die hier op Ceylon in de 16 en 17e eeuw de dienst uitmaakten. Met name in deze regio is de bevolking dus bijna in zijn geheel katholiek.
Het is inmiddels al laat in de middag als we in het hotel zijn ingecheckt en we trekken snel onze zwempakken aan om ons te installeren in de tuin met zwembad die bovendien aan de oceaan ligt. Wat lijkt het snijdend koude Nederland meteen ver weg!  Na een snel hapje eten gaan we ‘s avonds vroeg naar bed voor onze welverdiende nachtrust.

Dag 2. Zaterdag 3 maart. Negombo.

Na een vroeg ontbijt is het dan tijd om het stadje te verkennen. Het is hier heel normaal om daarvoor met een tuk-tuk te gaan, voor een bescheiden bedrag kan je een citytour maken van ongeveer 3 en een half uur.  Veel toeristen kiezen tegenwoordig voor Negombo als 1e kennismaking van het land, in plaats van de grote en drukke hoofdstad Colombo. Negombo daarentegen is van oudsher een rustige vissersplaats waar tegenwoordig aan zee hotels gebouwd zijn. Het stadje ademt een zeer relaxte sfeer uit, niets geen hectiek van een grote stad met zijn scooters en auto’s en overal geklaxoneer. 

Allereerst bezoeken we de vismarkt, de grootste van Sri Lanka. Dit is de plek waar de vissers met hun bootjes binnenkomen, sommigen zijn dan wel 45 dagen op zee geweest! Hun vangsten legen ze op het strand in de speciale bakken. Overal liggen grote matten waarop vissen liggen te drogen in de zon. Ja, als je niet van vis houdt dan lijkt me dit geen prettige plek om te bezoeken want het ruikt er natuurlijk heel sterk naar ........vis. Wij hebben daar gelukkig geen last van en fotograferen er lustig op los want het is een prachtig gezicht om die vissen in allerlei soorten en maten zo op het strand uitgestald te zien liggen. Er is ook een gedeelte overdekt en daar liggen dan de niet gedroogde vissen, dat zijn de verse vissen die die ochtend zijn gevangen. Er wordt ook geveild, volgens onze tuktukdriver (zijn naam is trouwens Fernando, ook nog een overblijfsel uit de Portugese tijd) komen restaurants uit Colombo hier hun vis halen die ze op hun menu’s hebben staan.

We bezoeken vanochtend een Hindu-tempel, een Buddhistische tempel en de katholieke kerk die (hoe kan het ook anders) de Heilige Mariakerk heet. Dan zijn er ook nog moslims hier, weliswaar een kleine minderheid. Alle religies op een klein stukje grond, het gaat hier goed, zo kan het dus ook........Welkom in Sri Lanka, zegt de gids, het land van de vrijheid, alles mag hier gewoon.In de lagune maken we een korte boottocht, er zijn hier veel vogels die in de mangrovebossen leven en in het ondiepe water hun voedsel bijeen scharrelen. Reigers in alle kleuren en maten en zelfs een ooievaar. Ik bof maar, zegt de bootsman, deze vogel ziet hij anders nooit in de lagune!  Er liggen hier meer dan 20 eilandjes en natuurlijk wonen daar ook apen op, het blijft vermakelijk om die beestjes in de vrije natuur bezig te zien. 

Dit gebied is 26 december 2004 zwaar getroffen door de tsunami. Eerst werd de oostkust overvallen door de vloedgolf, er was totaal geen waarschuwing uitgegeven door landen als Indonesië of Thailand waar ze al 2 uur eerder onaangenaam verrast werden. De vloedgolf heeft na de oostkust van Sri Lanka zijn weg vervolgd naar Zuid- India en is vervolgens ‘teruggeketst’ tegen de noord-en westkust van Sri Lanka. Zo is dit eiland in zijn geheel zeer ernstig getroffen. In de lagune tonen nieuw opgebouwde huisjes en scheepswrakken die nog in het water steken de gevolgen van deze allesverwoestende vloedgolf. Ook Fernando’s familie heeft moeten rennen voor hun leven, zo vertelt hij, maar gelukkig hebben ze het overleefd ook al hebben ze 2 dagen op hulp moeten wachten,  gewond en wel omdat ze tijdens hun vlucht door takken en struiken hun ledematen hebben opengehaald. Maar gelukkig is het goed afgelopen en ze hebben een nieuw huisje kunnen bouwen, Fernando is dankbaar dat ze nog leven.
Tenslotte varen we door een kanaal wat nog gegraven is door de Hollanders. Tussen ca 1650 en 1800 was Ceylon in handen van de Hollandse VOC wat zijn sporen goed heeft nagelaten. De kanalen werden gegraven om o.a. de belangrijke specerij kaneel te kunnen vervoeren (Ceylon was de belangrijkste producent in de wereld van kaneel). In die 150 jaar is er een lange keten van forten en en andere verdedigingswerken langs de kust van Ceylon, ofwel Zeilon, de Hollandse verbastering van Ceilao (door de Portugezen zo gedoopt), het eiland dat tegenwoordig Sri Lanka heet. En dat betekent dan weer ‘het schitterende eiland’. (Het  voorvoegsel Sri is een heilige letter).

Dat het een schitterend eiland is, dat geloof ik onmiddelijk. We hebben er nog niet zo veel van gezien maar vandaag beloofde al veel goeds! De komende 2 weken zullen we kennis maken met monumenten die op de Werelderfgoed vermeld staan, prachtige natuur, theeplantages en natuurlijk de rijke dierenwereld. Wij zijn er helemaal klaar voor, morgen gaat het echt beginnen!

Dag 3.  Zondag 4 maart. Traject Negombo-Anuradhapura.

Vandaag start onze rondreis, we hebben om 09.00 uur afgesproken met Yohan, een rustige start van 2 intensieve weken. Bestemming is Anuradhapura, de heilige stad voor Singalese boeddhisten die vanaf de 3e eeuw voor Christus 12 eeuwen lang de residentie is geweest van Singalese koningen en daarmee het politieke, culturele, religieuze en economische middelpunt was. Samen met Polonnoruwa en Kandy (plaatsen die we over een aantal dagen zullen bezoeken) vormt Anuradhapura de Culturele Driehoek van het land. Qua afstand is het geen verre rit vandaag, ong. 150 k.m. maar de gemiddelde snelheid ligt niet erg hoog. We passeren vele dorpjes waar een zondagsmarkt gehouden wordt waardoor er veel lokale bevolking op de been is. Het ziet er allemaal heel gezellig uit, een aantal vrouwen draagt nog de traditionele, felgekleurde sari ook al zijn het zijn er lang niet zo veel als in India. 
We bekijken de rijst die in verschillende fasen is geplant. Daardoor is de ene helft van het veld al rijp maar moet de andere helft nog zeker een paar weken wachten voordat hij geoogst kan worden. Daarom is het belangrijk dat het nog even droog blijft want als de regen komt is het slecht oogsten. De rijst die al is geplukt ligt op matten gewoon langs de kant van de weg te drogen, net als de rode pepers en de mais. Dat laatste wordt voornamelijk gebruikt voor kippenvoer. 
En natuurlijk stoppen we regelmatig om een leuke foto te maken. Er spelen apen langs de weg, dat blijft een leuk gezicht en we bekijken ze uitgebreid als ze heerlijk aan het gras zitten te knabbelen. Het is duidelijk, we hebben het stedelijk gebied verlaten en bevinden ons nu in het wilde natuurgebied, de jungle. Dat wordt ons helemaal duidelijk als we langs de kant van de weg verkeersborden met overstekend wild zien staan. In plaats van onze herten of wilde zwijnen staat er tot onze grote pret een olifant op. Uitkijken voor overstekende olifanten dus! Langs de kant is hier en daar ook schrikdraad gespannen, draad van enkele centimeters dik.
We gaan eerst naar het hotel om in te checken, ons op te frissen en om te kleden. De korte broeken gaan uit en worden verwisseld voor een lange, we gaan nu namelijk de heilige stad bezoeken. 
Omdat het al wat later in de middag is (we hebben dat bewust zo gepland omdat de grootste hitte dan voorbij is, de thermometer gaf 36 graden aan) bekijken we vandaag 2 heiligdommen en morgen dan nog een paar. Het gehele complex van de oude stad ligt overigens verspreid over 10 kilometer dus je hebt vervoer nodig in de vorm van fiets, tuktuk of auto om van het ene monument naar het andere te gaan. Het geheel staat uiteraard geclassificeerd als Werelderfgoed. 
We starten bij de Isuruminya tempel, daterend uit de 3e eeuw voor Christus. Schoenen uit, hoofddeksels af en bedekte schouders, dat is de manier om respectvol de heiligdommen te mogen betreden. We moeten een heel eind over heet zand en grint lopen dus we zijn blij dat we sokken aan hebben want het voelt niet erg aangenaam aan de voeten, laat staan als je blote voeten hebt. De lokale bevolking heeft er overigens geen last van zo te zien, ze lopen met het grootste gemak over de de steentjes. Ze zijn het gewend. We bewonderen het beeldhouwwerk wat gewoon uit de rotsen is gehouwen en in het bijbehorende museumpje ook de Suruminilovers, 2 geliefden die in innige pose tegen elkaar aanleunen. Heel mooi. 

Het volgende monument wordt beschouwd als het grootste heiligdom van Sri Lanka: de Sri Maha Bodi Tree oftewel de boom van Buddha en de oudste boom ter wereld. In 247 voor Christus werd hier een twijg geplant van de boom uit India waaronder Buddha zijn Verlichting ontving. Het gaat om een stek van de bo-boom, een ficussoort, en zou door de Indiase keizer geschonken zijn aan de koning van Sri Lanka. Voor boeddhisten uit de gehele wereld is dit een van de  belangrijkste pelgrimsoorden geworden en ook vandaag zijn ze in grote getale aanwezig. Allen geheel in het wit gekleed stromen ze toe en aanschouwen en vereren ze de heilige boom. Van die oorspronkelijke boom is overigens alleen nog maar 1 grote tak overgebleven en die wordt daarom ook zwaar ondersteund door een goudkleurige constructie die blinkt in de zon.
We kijken een tijdje naar de gelovigen die devoot in het grint zitten te bidden, anderen hangen katoenen gebedsvaantjes aan hekwerken en weer anderen vouwen de blaadjes van lotusbloemen uit zodat er een waar kunstwerkje ontstaat. Een beeldschoon meisje vraagt of ze met mij op de foto mag, ze maakt uiteraard een selfie en wij mogen op onze beurt een foto van haar maken. 
Helemaal verzadigd komen we terug in het hotel, het is al bijna donker en we besluiten alleen een klein hapje te eten in plaats van het grote buffet wat pas later op de avond klaar zal staan. Morgen vertrekken we weer vroeg om nog meer van Anuradhapura te zien en onze weg te vervolgen naar Jaffna, het noordelijkste puntje van het eiland. 

Foto’s

3 Reacties

  1. Marja:
    4 maart 2018
    Fijn en heel interessant om te lezen.
  2. Sharline Verdult:
    4 maart 2018
    Wat interessant allemaal en zo goed weergegeven.
    Straks vraagt men of jij de gids wilt zijn😉
  3. Rob en Elly:
    5 maart 2018
    Wat fijn dat we dit met jullie mogen mee maken 😍