Verenigde Staten 2012 deel 1

30 april 2012

Voor alle foto's zie ook :
http://benyonderweg.blogspot.nl/2012/04/1e-dag-usa-chicago.html
 

Maandag 2 april 2012

We hebben een nieuw paspoort. Meteen een ESTA formulier aangevraagd / ingevuld. Verder onze tickets geboekt en meteen gelist. We gaan IPB'en maar zal geen probleem zijn, nog genoeg open plaatsen.

DAG 3 CHICAGO, Illinois: CAMPER OPHALEN   
Maandag 16 april   
Gereden afstand: 87 mijl
Camping : KOA LaSalle/Peru, Illinois. 
Hoogte: 517 ft (158 meter) 

Vandaag op tijd opgestaan, door het tijdverschil (7 uur) zijn we vroeg wakker. Tot nu toe nog geen wekker nodig gehad.
Zoals al eerder vermeld zit de camperverhuurder dicht bij ons hotel. Opgetogen staan we rond 10.00 uur aan de balie maar ons enthousiasme wordt al snel beteugeld want we horen helemaal niet vóór 13.00 uur ons te melden. Wat we ook proberen, ze zijn onverbiddelijk en willen ons niet helpen.
Dan maar een ander plan: we hebben een Walmart in de buurt ontdekt en we gaan vast een voorraad inslaan: behalve de benodigde levensmiddelen, bier en wijn vinden we ook een heerlijk warm elektrisch(!!) fleecedekentje. Geen overbodige luxe want hoewel het overdag heerlijk weer is, koelt het 's avonds heel erg af.
Als we om 13.00 uur terug komen blijkt er een grote rij wachtenden vóór ons. We kunnen achteraan aansluiten en dat doen we dan ook terwijl we ons verbazen over het inefficiënte optreden van de medewerkers.
Enfin, om 16.00 uur kunnen we, na een aantal instructievideo's en inspecties dan eindelijk op weg.
Helaas veel later dan gepland, dus de 1e camping die we eigenlijk op het oog hadden, halen we niet, maar dat geeft niets. De Engelse eigenaresse (met Poolse echtgenoot) heet ons hartelijk welkom, onze vakantie is nu echt begonnen!
Morgen maar afwachten of we op tijd in Omaha kunnen zijn voor een gezellige ontmoeting met Matt.



DAG 4 Dinsdag 17 april  LA SALLE, ILL.-DES MOINES, IOWA 
Aantal gereden mijlen : 300 
Camping: KOA, West Des Moines.
Hoogte: 945 ft (288 meter) 

Vanochtend na een zeer koude nacht vroeg door de vogeltjes wakker gezongen. De hemel is strak blauw en de zon warmt al snel onze camper op. 
Na een uitgebreid full American breakfast (ons 1e ontbijt in de camper) verlaten we rond een uur of 10.00 de camping om de Interstate 80 weer op te gaan.
De nummering van de Amerikaanse snelwegen is eigenlijk heel eenvoudig: van oost-west zijn het even nummers, van noord-zuid oneven nummers.
Onderweg zien we een groot bord waarop staat dat we het geboortehuis van Ronald Reagan kunnen bezoeken. Een kleine omweg maar we vinden dat zeker de moeite waard dus verlaten we de snelweg om via een prachtige lokale weg bij het geboortedorpje te komen van de 40e president van de Verenigde Staten. 
Dit is echt een landbouwgebied, overal staan grote graansilo's, maar ook veeteelt is ruim aanwezig: veel koeienstallen met van die lieve, wollige zwarte of bruine koetjes.
Wanneer we 's middags even een kop koffie willen drinken, zien we een aankondiging van een ambachtelijk dorpje : Amana colonies. We zijn er van overtuigd dat het om Indianen gaat dus rijden we daar naar binnen maar wat schetst onze verbazing: er staat een groot bord met : Willkommen!
Het blijkt dus om (radicale)Duitse piëtisten te gaan die hier in 1856 nederzettingen hebben gesticht. In 1e instantie zaten ze in de staat New York, bij Buffalo maar ze vonden het daar niet vroom genoeg dus zochten ze een nog geïsoleerder plek om hun godsdienst te kunnen beleven. 
De koffie hebben we snel opgedronken, en we hebben toch weer iets geleerd.
 

DAG 5 DES MOINES - OMAHA
woensdag 18 april 2012  DES MOINES, IA - OMAHA, NE   
Aantal gereden mijlen: 255, via I-80 en State highway 92
Camping : KOA Omaha-West

Weer op tijd op pad om verder naar het westen te trekken. Dichtbij onze KOA camping liggen zowel de geboorteplaats van John Wayne (vindt Bart erg leuk) en de bruggen uit de film Bridges of Madison County  (vind ik erg leuk).
Naar het dorp van John Wayne dus. De grote cowboyheld wordt in Winterset op elke hoek van de straat geëerd.
Door het idyllische landschap van Madison County rijden we naar de overdekte bruggen die beroemd zijn geworden door de prachtige film met Meryl Streep en Clint Eastwood. Er woont hier bijna niemand meer, behalve dieren zoals de wilde kalkoen, een stel gieren (hebben we gezien!) en verder opossums en lynxen.
De bruggen zijn eind 19e eeuw gebouwd en werden overdekt om het wegdek van de brug te sparen. Door die overkapping hoefden ze nauwelijks meer onderhoud te plegen.
Over onderhoud van de wegen gesproken: die is hier abominabel. Overal zitten grote gaten in de weg, zelfs op de Interstates, vooral na de grote overstromingen van een paar weken geleden die dit gedeelte van de VS zo zwaar getroffen hebben.
We leggen per dag dan ook niet zoveel mijlen af, gemiddelde snelheid ligt zo op 55 mijl (is ong. 85 km. per uur).
Onderweg komen we nog een klein museum tegen : Avation Museum of Iowa. Kunnen we natuurlijk niet zo maar voorbij rijden. We krijgen een erg leuke rondleiding van de beheerster die helemaal enthousiast wordt als ze hoort op welke types Bart allemaal gevlogen heeft.
Rond een uur of 5 bereiken we Omaha, met Matt hebben we afgesproken dat we op de camping buiten de stad gaan staan, hij komt ons dan ophalen om gezellig het oude centrum in te gaan, ja ja, dat bestaat : de gebouwen dateren uit halverwege 19e eeuw.

Het is een heerlijk weerzien en het weer werkt ook mee. We kunnen lekker buiten eten, temperatuur ligt hier op zo'n 23 graden. Na afloop brengt Matt ons nog naar een biercafé/restaurant waar eigen bieren gebrouwen worden. We hebben genoten van deze avond en Matt heeft beloofd heel gauw weer naar Nederland te komen.
 

donderdag 19 april 2012
DAG 6    OMAHA - GOTHENBURG 
Aantal gereden mijlen: 250 mijl
I-80 en State highway 30
Camping : KOA Gothenburg  

Vandaag een lange rit over de vlakte van Nebraska gemaakt. Uitgestrekte, eindeloos grote velden waar weinig variatie in zit. Dit is de prairie! Nebraska heeft de bijnaam "cornhusker state". Deze bijnaam stamt uit de tijd voordat de mais in Nebraska machinaal geoogst werd. Zij deden dat op een speciale manier met de hand.
Regelmatig passeren we een typisch plattelandsstadje: de tijd lijkt er stil gestaan te hebben en we verwachten telkens dat er een cowboy uit een saloon stapt.
Ondanks de borden aan de kant van de weg die waarschuwen dat er herten overspringen, hebben we vandaag geen wilde dieren gezien. Vorige keer tijdens onze rondreis door Zuid-Dakota konden we niet harder dan 30 mijl rijden omdat de herten steeds voor de auto sprongen maar vandaag in Nebraska is het rustig.(Relatief rustig, want de I-80 schijnt de drukst bereden Interstate van Amerika te zijn). Wel zien we weer een paar wilde kalkoenen, die zijn niet echt mooi te noemen.
Wanneer we in een supermarkt wat inkopen doen, valt mijn oog op een zeer bijzondere wijn: Red wine with Dutch chocolate. Op het etiket staat een fraai Hollands plaatje: tulpen en een molentje.
Een medewerkster in de winkel ziet mijn verbaasde blik en geeft me uitleg over de wijn. Als ze hoort dat wij uit Nederland komen en nog nooit van deze wijn hebben gehoord kijkt zij op haar beurt verbaasd.
" Wat komen wij in Nebraska doen", vraagt ze. "Zijn jullie er soms voor de vogels?" 
Wat blijkt nu: tussen februari en april komen er duizenden bijzondere kraanvogels naar Nebraska en vogelliefhebbers kunnen dit schouwspel op bepaalde plekken bewonderen. 
Alhoewel het ons prachtig lijkt, gaan wij dat niet doen. Familie wacht: morgen ontmoeten we na zo'n 45 jaar tante en nicht in Brush / Fort Morgan. Afgelopen dagen hebben we intensief contact via Whatsapp en Facebook gehad. Iedereen is voorbereid op onze komst, we kijken er allemaal naar uit.

zaterdag 21 april 2012

DAG 7         GOTHENBURG, NEBRASKA - BRUSH, COLORADO
Aantal mijlen : 260, Interstate 80 + 76
Overnacht: MacDonalds Ave, Brush
Hoogte: 4229 ft (1289 meter)

Afgelopen nacht gekampeerd op een camping niet ver van de spoorlijn. De hele nacht in de verte de karakteristieke seinen van de treinen gehoord, prachtig geluid! 
Langs deze spoorlijn liggen alle graansilo's, die zijn zo groot dat je ze van vele mijlen afstand al in de verte ziet opdoemen.   
De eerste 100 mijl rijden we langs deze spoorlijn en iedere keer als er een trein passeert, seint Bart met zijn lampen waarop de treinmachinist even zijn claxon gebruikt.
Op de grens van Nebraska en Colorado ligt een klein stadje, genaamd Ogallala. We besluiten daar even een kijkje te nemen en te gaan lunchen. Het blijkt om een echt cowboystadje te gaan, en Bart maakt daar meteen gretig gebruik van!

Wanneer we de grens met Colorado gepasseerd zijn verandert het landschap: we zijn nu op de High Plains. Kilometers droog landschap met zwarte koeien, verder niets! We vragen ons af waarom mensen hier gaan wonen en op die vraag krijgen we ook antwoord want mijn nichtje blijkt in zo'n stadje te wonen, Brush. 
Wat leuk om na 45 jaar familie terug te vinden (dankzij Facebook overigens). We worden uiterst hartelijk ontvangen en een fotosessie kan natuurlijk niet ontbreken.
Barbara en haar man kennen een steakrestaurant wat gewijd is aan John Wayne. We besluiten daar te gaan eten en Bart is nu helemaal gelukkig. 
Barbara' s jongste zoon Nicolas kan zijn steak niet helemaal op, zijn LilSis en zijn mashed potatoes gaan mee in de doggybag.
De rest van de avond brengen we door met het ophalen van vroege jeugdherinneringen en het bekijken van elkaars foto's. Superavond!

zondag 22 april 2012

Dag 8+9 BRUSH en FORT MORGAN
Dag 8      Brush en Fort Morgan, Co
Hoogte: 1285 meter (4229 ft)

Zaterdag worden we wakker door de geur van gebakken spek en koffie: het Amerikaanse ontbijt wordt voor ons klaar gemaakt. We zijn gisteren laat naar bed gegaan, er moesten vele foto's bekeken worden en jeugdherinneringen opgehaald.
's Middags verkennen we Brush en omgeving. We weten nu waarom mensen op deze eenzame hoogvlaktes gaan wonen: werk! Het is hier heel normaal dat je door je baas wordt overgeplaatst en dan ga je gewoon met je hele gezin mee.
In Brush gaat het voornamelijk om suiker (van suikerbieten). De lokale mascotte is dan ook een Beetdigger, oftewel een bietengraver, wat aangeeft dat het oogsten van de suikerbiet een belangrijke aangelegenheid is.
Het stadje is genoemd naar Jared L.Brush, een gouddelver die in 1859 daar neerstreek.
Verder zijn er enorme veeslachterijen, maisvelden en energiecentrales. De lange treinen met kolen die we al dagen lang gezien hebben, rijden naar zo'n centrale toe; een trein van 1,2 km lang bevoorraadt een centrale voor zo'n 2 dagen. 
Het stadje Fort Morgan, waar tante Ada woont, ligt aan de rivier de South Platte die deze tijd van het jaar eigenlijk nog vol water zou moeten zijn. Het is hier echter al lange tijd droog en iedereen maakt zich dan ook grote zorgen. 
In de lokale bibliotheek is een leuke tentoonstelling over de beroemde jazztrombonist Glenn Miller, hij heeft hier ooit gewoond en zijn middelbare school doorlopen. Helaas blijkt de bibliotheek dicht te zijn. Dan maar op het terras een heerlijke cocktail: Happy Hour!
Na een heerlijke Mexicaanse maaltijd die 's ochtends al voor het grootste deel door Barbara voorbereid is, krijgen we nog een miniconcert van Nicolas.


Dag 9   Brush- Larkspur, Co.
Aantal mijlen : 150, Interstate 76 + 25 
Camping: YogiBear Park Jellystone, Larkspur
Hoogte: 2100 meter (6724 ft)
  
Vanochtend om 09.00 uur de deur uit gegaan om eerst een echt Amerikaans ontbijt te nuttigen in de lokale eetgelegenheid waar alle foto's van sportevenementen van de jeugd van Brush hangen. 
Het is ongeveer een uur rijden naar het opvangcentrum voor wilde dieren die gevangen gezeten hebben in kleine kooien, mishandeld zijn etc. Ze zijn o.a. afkomstig uit circussen (zie: http://www.wildanimalsanctuary.org).
We gaan er een kijkje nemen omdat Nicolas een maand geleden voor zijn verjaardag een tijger heeft mogen adopteren. Hij is er sindsdien niet meer geweest dus de hoogste tijd!
Als bezoeker loop je via een loopbrug van ca. 7 meter hoog boven de dierenverblijven: zo kunnen de dieren ongestoord hun gang gaan en hebben de bezoekers een prachtig uitzicht over de uitgestrekte velden waar de beesten heerlijk kunnen rennen/slapen/spelen.
Hier nemen wij ook afscheid van onze familie; na beloofd te hebben om gauw een tegenbezoek in Nederland te brengen keren zij terug naar huis en wij trekken verder naar het zuiden.
Ons doel van vandaag is eigenlijk Colorado Springs maar we zien een aantal mijlen eerder een leuke camping en besluiten daar te overnachten. Vanaf hier is het eerste natuurpark (The Garden of the Gods, is het geen prachtige naam) morgen goed te bereiken.
We krijgen bij het inchecken een boekje mee met daarin goede adviezen voor het geval we een beer ontmoeten: Yes, we zijn in Berenland! 

maandag 23 april 2012
DAG 10 LARKSPUR - CAÑON CITY

Aantal mijlen : 150, Interstate 25, Highway 115
Camping : KOA Royal Gorge
Hoogte: 5450 ft (ca.1700 meter) 

Vandaag via Colorado Springs naar het park The Garden of the Gods gereden. Eerst een bezoek gebracht aan het Visitors Center, waar we een uiterst interessante lezing krijgen over de Indianen van Noord-Amerika en die van Colorado in het bijzonder. Verder krijgen we een film te zien over het ontstaan van de G.o.t.Gods. In 1859 is dit park ontdekt en men verzon deze naam omdat het een prachtige plek zou zijn voor de goden om bijeen te komen......
In 2006 is hier zelfs een dinosaurus gevonden die vernoemd is naar dit park: Theiophytalia kerri (Grieks).
In het park ligt een prachtige weg die speciaal is aangelegd voor de tourist. Overal zijn uitkijkpunten met genoeg ruimte voor (grote)Amerikaanse auto's en RV's (hier noemt een camper een RV, afkorting van Recreational Vehicle).
Alhoewel we goed hebben opgelet tijdens de uitleg lukt het ons toch om precies de verkeerde weg in te slaan: er zit een scherpe bocht tussen 2 rotsen in en daar kan onze RV niet door heen zonder iets te raken.
Terug dan maar, ik ga midden op de weg staan om al het verkeer tegen te houden en zo kan Bart voorzichtig achteruit manoeuvreren om weer op de goede weg te komen.
Wat een genot om hier te rijden:de vreemde rotsformaties en de imposante Rockies op de achtergrond. Overigens heeft Colorado 54 bergtoppen die 14.000 ft of hoger zijn, dwz. 4270 meter. De toppen zijn dan ook nog vol besneeuwd, alhoewel de temperatuur hier beneden (op 1700 meter) vandaag al is opgelopen tot bijna 30 graden, heerlijk!
We kiezen een camping dichtbij de Royal Gorge waar we morgen naar toe gaan. Vanaf onze plek kan je de brug al zien liggen; het is overigens de allermooiste plek waar we ooit gestaan hebben.

woensdag 25 april 2012

DAG 11 MOSCA, COLORADO Cañon City - Mosca, Colorado
Camping: Great Sand Dunes Oasis RV Park
Aantal mijlen : 140 via State Highway 50, 285 en 17.
Hoogte:  8500 ft 

We ontbijten met een strakblauwe lucht, het uitzicht op de witte toppen is werkelijk adembenemend.
Allereerst gaan we naar de Royal Gorge. Over de rivier Arkansas is op 351 meter een brug gebouwd en die willen wij graag bekijken.
Aan de weg vinden we het treintje wat ons over de bergkam naar een mooi uitzichtpunt brengt. Het is natuurlijk erg toeristisch maar het ritje is boven verwachting leuk: allereerst is het uitzicht magnifiek en we rijden dwars door typisch landschap heen. Cactussen, dennen en natuurlijk rotsen met glinsteringen: mica.
Uiteindelijk stoppen we bij het uitkijkpunt, op een platform kunnen we het diepe kloofdal van de Arkansas bewonderen en natuurlijk de grote hangbrug. De Amerikaanse vlag staat er fier te wapperen. We hebben inmiddels contact met een Engelse dame en Australische man en we besluiten dat we toch ook wel een klein beetje trots zijn, ook al zijn we zelf geen Amerikanen. 

Hierna vervolgen we onze weg via de State Highway 50. Deze loopt langs de rivier en overal zijn uitkijkpunten en picknickplaatsen neergelegd zodat iedereen van deze prachtige plekken kan genieten.
Wij moeten natuurlijk even met de voetjes in het water, om ons heen staan vissers die forellen proberen te vangen.

Ons doel vandaag is de camping bij het Nationaal Park Great Sand Dunes. Bij Salida slaan we links af en nemen de State Highway 17, die volgens de boekjes een van de meest rechte wegen van de States moet zijn.
Nou, inderdaad: alsof we in een film beland zijn. De weg ligt kaarsrecht, we kunnen mijlen vooruit kijken en links en rechts van ons alleen maar prairie met op de achtergrond de hoge Rockies. We verwachten elk moment een kudde bisons; we zien wel een cowboy met 3 paarden maar de kudde ontbreekt.
En dan krijgen we ook te maken met een van de elementen die dit gebied zo speciaal maken. Voor ons hangen regenwolken maar veranderen op een gegeven moment in vreemde, zwarte rookwolken. Net alsof er  een grote brand is.
Intussen is er ook een loeiharde wind opgestoken en die veroorzaakt die zwarte wolken: het is zand wat meegezogen wordt. Een zandstorm dus! 
De zon is verdwenen en door die onheilspellende zwarte wolken krijgen we een unheimisch gevoel. Bovendien hebben we bijna geen zicht meer, maar als we dichter bij het Nationaal Park komen klaart het gelukkig wat op en gaat de wind weer liggen.
Midden in de San Luis Vallei moet de camping liggen: het is een eindeloze vlakte waarbij we het gevoel krijgen op de maan te zijn beland. Nog nooit hebben we op zo'n eenzame en verlaten plek gekampeerd....
Gelukkig maakt het waanzinnig mooie uitzicht alles goed: de Sanddunes liggen aan onze voeten. 
We zien ze elk moment van kleur veranderen en genieten wanneer de zon ondergaat.
 

woensdag 25 april 2012
DAG 12 SANDDUNES - DURANGO
Aantal mijlen: 180 mijl, via State Highway 150 +160 
Camping : United Campground, Durango
Hoogte: 6500 ft.

Het is maar een klein eindje rijden om van de camping naar het Nationale Park "Great Sanddunes" te komen. We willen een pas kopen die geldig is voor de meeste Amerikaanse nationale parken, maar vandaag hoeven we in ieder geval helemaal niets te betalen. Van 21 tot 28 april is het nl. Nationale Parkenweek en dan krijgt iedereen gratis toegang.
De Sanddunes zijn de hoogste zandduinen van de Verenigde Staten en pas in 2000 tot nationaal park verklaard. Ze zijn ontstaan doordat het zand van de rivieren uit de bergen in de vlakte wordt gelegd en door de (zuidwesten) wind weer wordt terug geblazen tegen dezelfde bergkam. Men noemt dat : "sandrecycling'.
In de rivieren mag gespeeld en gezwommen worden. In de Medano Creek staat nu nog wel wat water maar dat zal niet lang meer duren want er is afgelopen winter niet veel sneeuw gevallen. Het niveau is eigenlijk al te laag, wat betekent dat hij in de zomer geheel droog komt te liggen.
Wij kunnen in ieder geval even heerlijk pootje baden. Dat is erg verkoelend en verfrissend waar we blij om zijn, want we hebben allebei toch wel wat last van de grote hoogte (tussen 2500 m en 3000 m.). Bovendien is het er extreem droog, er heerst daar een woestijnklimaat.  
Veel water drinken is het enige wat helpt om de hoofdpijn en duizeligheid tegen te gaan.
We vervolgen onze tocht via de Highway 160 West, we rijden een heel eind langs de rivier de Rio Grande (ja, ja, net als die woeste boottocht van Walibi). Een prachtige snelstromende rivier waar in de zomer inderdaad veel op geraft wordt.
We moeten een pas over om aan de andere kant van de Rockies te komen, dat doen we via de Wolfcreek Pass die op 10.856 ft. ligt. (= 3310 meter!). Het skiseizoen is afgelopen weekend gesloten maar er liggen nog overal grote resten sneeuw. 
Deze pas vormt ook de Continental Divide, oftewel de scheidingslijn van de rivieren die ofwel naar de Grote Oceaan stromen of naar de Atlantische oceaan.
Het landschap is ook geheel veranderd, in plaats van de uitgestrekte droge hoogvlaktes rijden we nu door weelderig groene bergen. Smeltende sneeuw stroomt als watervallen naar beneden. De temperatuur is trouwens nog steeds goed, we hebben geen warme truien nodig.
Wat een fantastische reisdag is dit geweest. Onderweg zijn trouwens we veel borden tegengekomen die waarschuwen voor overstekend wild maar we zien slechts 1 aangereden hert.....
Als Bart op de camping in Durango aan het koken is zijn we dan ook erg blij met deze nieuwsgierige toeschouwers.
 

donderdag 26 april 2012

DAG 13 DURANGO - CORTEZ, Colorado
Aantal mijlen: 110 mijl, via State Highway  160 
Camping : KOA Cortez
Hoogte: 6200 ft
Met een feestelijk ontbijt begonnen want het is Bart’s verjaardag. We hoeven vandaag niet veel te rijden want we gaan een bezoek brengen aan Aztec, een Wereld Erfgoedplek op zo’n 30 mijl vanaf Durango, het stadje waar we vannacht gekampeerd hebben. 
Aztec ligt net over de grens van Colorado en New Mexico, en heeft ondanks de naam, niets te maken met de Azteken uit Mexico.
In de 11e eeuw vestigden zich hier lokale Indianenstammen. Men spreekt tegenwoordig echter niet meer over Indianen maar noemt de oorspronkelijke bewoners uit dit gebied: Ancestral Pueblo People (of Ancient People). 
Toen kolonisten in de 2e helft van de 19e eeuw deze ruïnes vonden dachten ze per abuis dat dit overblijfselen waren van de grote Aztekenbeschaving uit Midden Amerika, vandaar de naam. 
In 1923 zijn deze ruïnes gerestaureerd en uiteindelijk in 1987 op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst.
We dwalen er een tijdje rond, de plek is prachtig en we proberen ons een voorstelling te maken van hoe de Pueblo-Indianen hier leefden. 
In de grote Kiva (de centrale ontmoetingsruimte) krijgen we nog een interessante presentatie van een vrouwelijke parkranger waardoor we meer inzicht krijgen in deze bijzondere cultuur. 

Intussen is de lucht betrokken en in de verte horen we onweer. Dat zet niet door maar een half uur later wordt de lucht geel en een harde wind steekt op : we komen weer midden in een grote zandstorm terecht.
Dit maal duurt hij langer, het stof dringt overal doorheen en we zien niet veel meer. Iedereen rijdt rustig door de storm heen, het lijkt de lokale bevolking niets te deren.
Wij vinden het echter weer een bizarre ervaring en zijn dan ook blij als de mist van stof en zand verandert in een “gewone” regenbui. 
Op de camping aangekomen krijgen we een plek aangewezen naast een wel héél bijzondere camper.
 

zondag 29 april 2012

DAG 16 MONUMENT VALLEY, UTAH
Aantal gereden mijlen: 110, via State Highway 163
Camping: Cottonwood RV Park


Onze camping ligt ongeveer 40 mijl van Monument Valley, ons doel van vandaag. 
De weg ernaar toe is alleen al de moeite waard. We rijden door een prachtig landschap: plateaus, canyons en vreemde rotsformaties wisselen elkaar af. Het meest opvallend is de rode kleur van de rotsen die te danken is aan het in de bodem aanwezige ijzeroxide. Het is een genot om naar te kijken. De vormen roepen veel associaties op; zo rijden we bijvoorbeeld door Mexican Hat, genoemd naar deze rots.
Monument Valley is niet zomaar een Nationaal Park, het is een Navajo Nation Tribal Park. 

Dat wil zeggen dat het behoort tot het grondgebied dat  beheerd wordt door de Navajo Indianen. Ze wonen al generaties lang in dit gebied, en zij houden de tradities van hun voorouders in ere. Voor deze Indianen vormt toerisme een belangrijke vorm van inkomsten, zij krijgen namelijk bv. de opbrengst van de entreebewijzen. Verder verkopen zij overal hun (zelfgemaakte) souvenirs zoals kettingen, wandkleden etc.
Ondanks deze inkomsten leven veel Indianen nog onder de armoedegrens.
De gehele middenstand wordt hier gerund door Navajo' s, zoals bv. de supermarkt en tankstations. 
Tot onze grote verwondering is het uitgerekend hier, in the middle of nowhere, dat we bij een Indiaan propaangas kunnen tanken voor onze camper. Gisteren zijn we wel 5 benzinepompen af geweest om dat voor elkaar te krijgen maar niemand had de juiste aansluiting om ons van nieuw gas (om te koken + verwarming!) te voorzien.
Wie kent Monument Valley niet? Het is misschien wel het meest gefotografeerde en gefilmde gebied van Amerika (Once upon a time in the West, Forrest Gump). 
Op de terugweg maken we een kleine omweg naar Gooseneck State Park. De rivier San Juan meandert hier door een 300 meter diep kloofdal en dat geeft natuurlijk een spectaculair uitzicht. De rivier heeft 9 kilometer nodig om 3 meter hemelsbreed af te kunnen afleggen.
Tot slot brengen we nog een kort bezoekje aan Fort Bluff, in het kleine stadje waar wij op de camping verblijven.
Rond 1880 kwamen in deze streek Mormonen-Pioniers met hun wagons aan met als opdracht een agrarische gemeenschap te stichten langs de San Juan rivier. 
Dit was een buitengewoon moeilijke taak aangezien dit een van de meest ondoordringbare streek van Amerika was. De pioniers werden daarom ook wel de 'Hole in the Rock pioneers' genoemd.
Het fort is opnieuw opgebouwd zodat wij een mooie indruk krijgen van de vroegere nederzetting.

maandag 30 april 2012

DAG 17 BLUFF - HALLS CROSSING
Aantal mijlen : 140, via State Highway 191, 
Scenic Byway 95, State Highway 276 
Hoogte: 4357 ft 
Camping : Halls Crossing (Lake Powell), Utah

We nemen afscheid van Bluff en vervolgen onze weg naar de Natural Bridges, het park wat we vandaag willen aandoen. Eerst doen we nog wat inkopen in Blanding, het enige echte stadje in de hele omgeving. We hebben wat (lekker) brood nodig en groenten. Bart heeft na 2 weken wel genoeg van het zoete, zachte Amerikaanse brood. Men bereidt alles met honing, en dat geeft een beetje weeïge, zoete smaak aan het brood. Benieuwd hoe het brood is wat we bij de lokale Bakery inslaan.
De Scenic Byway (de naam zegt het al) is een mooi aangelegde weg met prachtige vergezichten over de ruige rotsen van het landschap. 

Het is helder weer en bovenop dit plateau zien we in de verte ook weer de monumentale rotsformaties van Monument Valley waar we gisteren waren.
In het National Park Natural Bridges bekijken we eerst een film over het ontstaan van deze natuurlijke bruggen, voornamelijk door water. Ook in dit gebied hebben Anasazi Indianen gewoond, zij leefden hier eerder dan de Anasazi van Mesa Verde, nl. van het jaar 01 AD tot ongeveer 1300. Daarna zijn zij vertrokken, en net als op alle andere plaatsen weet men heden tendage nog steeds niet de reden van hun plotselinge vertrek. Droogte, vijanden, uitgeputte gronden?
In 1883 was de mijnwerker Cass Hite op zoek naar goud; een Indiaanse leider had hem verteld dat er in dit gebied goud te vinden zou zijn. In plaats van goud vond hij deze wonderbaarlijke plek. 
De Ancient People hebben de naam gegeven aan de 3 natuurlijke bruggen, nl. Sipapu, Kachina en Owachomo Bridge. 
Ook al kregen de bruggen na de ontdekking verschillende benamingen, uiteindelijk werd bepaald dat de namen van de Hopi Indianen officieel zouden worden.
In 1908 is dit park door President Theodore Roosevelt tot Nationaal Monument verklaard. 
Wij besluiten de Owachomo Bridge track te doen, dwz. dat we de kloof afdalen zodat we onderaan de natuurlijke brug komen te staan. Owachomo betekent: rotshoop, wat duidt op de rotsformatie aan de oostkant. 
Ook al is het weer een enorme klim terug naar boven (35 meter steil naar boven en dat op 6500 ft), het is absoluut de moeite waard! Hier besef je weer hoe groots de natuur is en hoe nietig de mens……..


Ons doel van vandaag is Bulssfrog, een klein plaatsje aan de overkant van Lake Powell. Daarvoor moeten wij in Halls Crossing de ferry nemen die ons in een half uur aan de andere kant zal brengen. 
Op internet hebben wij alvast de afvaarten bekeken en we moeten ons uiteindelijk haasten om de ferry van 17.00 uur te halen. We vermoeden dat het de laatste van vandaag zal zijn, vandaar.....
Onze verbazing is dan ook groot als we bij aankomst de ferry midden op het meer zien liggen en het ziet er niet naar uit dat hij nog iets gaat doen vandaag. Met onze verrekijkers kunnen we precies zien wat er aan boord gebeurt en we beginnen ons zorgen te maken als we de bemanning in een klein bootje zien stappen om naar de wal te komen.
Wat blijkt : ondanks dat er overal vermeld staat dat de ferry gedurende "daylight" gaat, vaart hij slechts 4x per dag en de laatste om 15.00 uur......
Er zit niets anders op dan ons kamp in Halls Crossing op te slaan. De man achter het loketje heeft er duidelijk geen zin meer in en snauwt ons toe dat een overnachting 60 dollar kost. Daarna gooit hij zijn kantoor dicht.
We zoeken een plekje uit en horen van onze buren dat zij slechts 50 dollar betaald hebben, dus we worden nog afgezet ook! 
Maar goed, we hebben weinig keus en vanaf onze kampeerplek hebben we prachtig uitzicht op Lake Powell, een groot stuwmeer in de Coloradorivier.
Morgen vroeg op om de eerste ferry te halen!