Reisverslag 12

2 februari 2017 - Siem Reap, Cambodja

Zondag 29 januari
 
We worden vanochtend opgehaald door een nieuwe gids, Collin. Hij heeft een paar dagen feest gehad, Chinees Nieuwjaar omdat zijn beide oma's Chinees zijn. 
Hij is een joviale, gezellige vent die in de auto meteen met de deur in huis valt. We mogen met hem over álles praten, vooral de politiek. Hij zal ons overal antwoord op geven, maar dat doet hij alleen in de auto. Want iedereen en alles heeft oren hier en niet elk eerlijk antwoord wordt gewaardeerd. Kritiek op de overheid is nog altijd een heikel punt en alhoewel er behalve de regeringspartij Cambodian People's Party ook  nog een oppositiepartij bestaat maakt deze laatste geen schijn van kans. 
Cambodja is een door en door corrupt land, dat horen we hier van iedereen. Alle opbrengsten in het toerisme bijvoorbeeld, verdwijnen voor 70 procent direct in de zakken van de huidige regeringsleiders. 
Ach, Collin is verder best tevreden, hij verdient redelijk en heeft een leuke baan dus je hoort hem verder niet klagen. Maar hij vindt het wel erg fijn om even op westerse wijze zijn land te bekritiseren.
Cambodja is een vreselijk arm land. De wegen zijn niet goed, veel mensen leven nog onder de armoedegrens en dat is ze veelal ook aan te zien. 
We zitten nu in de droge tijd, het heeft sinds oktober niet meer geregend en het land is dus vreselijk stoffig. Daarbij is het ook nog helemaal vlak, er zijn geen bergen dus dat weelderige groen is hier niet meer te vinden. De rijst is ook al lang geoogst en die stoppelvelden zijn ook geel. 
We zien veel monniken hun bedelronde doen, het is al laat naar ons idee, 09.30. In Laos bijvoorbeeld komen de monniken al om 05.30 hun maaltje voor de dag halen. 
Hier in Cambodja hoeven ze echter pas voor de middagmaaltijd van 12.00 uur te zorgen, dat scheelt nogal niet wat! Hebben we dat ook meteen gezien, in Laos konden we het niet opbrengen om zó vroeg op te staan.

We stoppen in Oudong, de voormalige hoofdstad van Cambodja, van 1618 tot 1866. Hier zijn heel veel urnen van de koningen in grote stoepa's ondergebracht. We beklimmen de Phnom Oudong met 509 treden, we komend puffend boven maar het uitzicht is mooi en ook de spierwitte stoepa die prachtig afsteekt tegen de glasblauwe hemel.
Deze stoepa herbergt volgens zeggen enkele relikwiën (stukjes rib) van Boeddha. Als we weer naar beneden lopen wordt de trap geblokkeerd door een paar apen, ze zitten lekker te knagen aan wat stukken fruit die door lokale toeristen naar ze toegegooid wordt. 
We wanen ons hier in India. Veel bedelaars, vies uitziende kinderen met wonden die niet genezen willen en gescheurde kleding aan.....
Het is voor het eerst deze reis dat we hiermee geconfronteerd worden. 
Verminkten hebben we nog niet gezien daarentegen, terwijl dit land onder andere ook berucht is om zijn vele slachtoffers van landmijnen.
We komen weer langs een pottenbakkersdorp, we lopen even langs de stalletjes. Ze hebben wel andere producten, we zien hier leuke spaarpotten staan: varkens van aardewerk. Ze zijn te groot om mee te nemen in de koffer maar grappig zijn ze zeker.
Voor vandaag staat er ook weer een vaartochtje op het programma. Aan het Tonle Sapmeer (betekent vers water meer) liggen verschillende drijvende vissersdorpjes waarvan wij er een aan bezoeken. Hier schrikken we van de grote troep, zeg maar echte zooi die door de lokale bevolking gemaakt wordt, ze leven letterlijk op hun eigen afval. Ronduit smerig! En een groot probleem voor het milieu, zo erkent Collin, maar niemand die er wat aan doet. Zeker de regering niet, die is voornamelijk bezig met zich zelf te verrijken.....
Treurig hoor. 
Dat neemt niet weg dat het wel weer boeiend is om het leven op het water te bekijken. Er zijn niet veel westerse toeristen hier dus ze kijken net zo hard naar ons als wij naar hen. Bart krijgt het voor elkaar om een groepje kinderen het woord Doei te leren. Ze moeten er zó hard om lachen dat ik het vermoeden krijg dat het misschien in hun taal een andere betekenis heeft. Een grijnzende Collin geeft dat toe en hij vertelt de kinderen maar gauw dat het in het Nederlands Bye bye betekent. Hilariteit bij het halve dorp.
Zo'n dorp heeft alles, een politiebureau, medische post, winkels, tempels en zelfs een katholieke kerk. En alles drijft dus op bamboevlotten. 
Het is een lange rit naar Battambang waar we 2 nachten zullen verblijven en we komen pas tegen donker aan. We slapen weer in een kleinschalig hotel (7 kamers), het is een oud landhuis in de Franse tijd neergezet en het ademt nog overal de oude koloniale sfeer uit. 
We ploffen neer op de binnenplaats en besluiten om vanavond lekker 'thuis' te blijven, het was weer een lange dag.


Maandag 30 januari

De stad dankt haar naam aan een legende, Battambang betekent namelijk gebroken stok. Een koning zou op deze plek deze zwarte stok verloren hebben. En omdat hij zijn stok verloor raakte hij zijn macht kwijt aan een nieuwe jongere koning!
's Morgens staat er, na een heerlijk ontbijt in het La Villa hotel, een nieuwe gids op ons te wachten. Hij heet Tintin en heeft een T-shirt aan met daarop " Kuifje in Ladakh", hij heeft voor elke dag een ander Kuifje-shirt.
Het was ons al opgevallen dat er erg veel dikke SUV's in de rondte reden van allemaal meer dan 15 jaar oud. Wat blijkt nu, vertelt Tintin: In 2002 mochten er géén auto's meer rijden met het stuur aan de rechterkant. Voorheen reden ze er namelijk aan de linker kant van de weg.
Men is toen massaal vanuit Amerika Japanse merken gaan invoeren. Dezelfde onderdelen die al voorradig waren en het stuur aan de goede kant.
Tintin begeleidt ons op een ontdekkingstocht door de omgeving. Eerst komen we nog een groot standbeeld van een Naga (slang) tegen, die  geheel bestaat uit de metalen onderdelen van wapens die, nadat zij verslagen waren, door de Rode Khmer moesten worden ingeleverd. Eenmaal buiten de stad zien hoe er rijstwijn, cake, noedels, gedroogde krekels en watertorren, ratten en natuurlijk "Potten" worden gemaakt.
We komen op een oud stationnetje aan waar vroeger de rijst werd vervoerd. Nu is het echter alleen nog in gebruik als toeristen attractie. De bamboetrein! Het is werkelijk schitterend om te zien. Alle losse onderdelen worden in een mum van tijd op de rails geplaatst en daarna gaat het met zo'n 40 kilometer per uur al hotsend en botsend 6 km verder naar het eindstation. Kom je onderweg iemand tegen; gewoon treintje uit elkaar nemen en aan de kant zetten. Tegenligger doorlaten gaan, treintje weer opbouwen en daar gaan we weer. Erg comfortabel is het allemaal niet maar wel een héél bijzondere ervaring!
Bij het omkeerpunt stappen we allemaal af. Natuurlijk staan hier ook weer de souvenirstalletjes waar jonge kinderen met hun moeders hun waren proberen te verkopen. 
Aan een tafeltje zit een kleine jongen heerlijk te smikkelen van een bordje, vóór hem liggen allerlei lekkernijen uitgestald. Ik herken het niet meteen. Grote kikkers, vraag ik Tintin maar die begint te lachen. Het blijken RATTEN te zijn, knapperig gegrild. De smaak zit tussen kip en slang in, zo legt Tintin uit. Slang hebben we ook nog nooit gegeten en we besluiten om dit maar niet te proeven. 

Héél voorzichtig begint ook Tintin over zijn verleden te vertellen hoe hij in 1975 door de Roder Khmer als kind van zes jaar van zijn vader, moeder en zeven broertjes en zusjes werd gescheiden en de daaropvolgende bijna vijf jaren als een dier heeft moeten overleven. Onder andere dus door grote ratten te eten, deze mocht hij van de Rode Khmer vangen omdat ze anders in de velden de rijst zouden verslinden.
Overleven is iets dat wij ons in onze tijd vrijwel niet meer kunnen voorstellen.
Altijd honger hebben, niemand, maar dan ook niemand kunnen vertrouwen, altijd in grote angst 's nachts je weinige eten bij moeten schrapen en stelen en bovendien altijd: Uit handen van de "Khmer Rouge" blijven. Gepakt worden betekende een gewisse dood......
Na de oorlog heeft hij zijn vader teruggevonden in Vietnam en één broer.
Zes broertjes en zusjes waren zinloos omgebracht.
Omdat wij zo geïnteresseerd zijn in zijn geschiedenis laat hij ons nog een paar restanten van deze afschuwelijke tijd zien.
Eerst een voormalig ziekenhuis. Kort na de bezetting werden alle artsen en verplegend personeel omgebracht en vervangen door eenvoudige, ongeschoolde plattelands meisjes. Er was één medicijn n.l. rijstmeel en één injectievloeistof n.l. suikerwater. Ook was er één gezamenlijke injectienaald!! Te bizar voor woorden.
Verder rijden we langs een keurig net huis (op palen) waar alleen maar goed geklede en weldoorvoede mensen woonden. Tijdens het Khmer Rouge regime werden hier alle buitenlandse ambassadeurs en journalisten naar toegevoerd om te zien, hoe goed de mensen het allemaal wel niet hadden! Propaganda ten top!

Een paar kilometer verderop bezoeken wij een krokodillenfarm. Krokodillen worden hier gekweekt en als ze zo'n half jaar zijn aan China verkocht die er dan de verboden riemen, schoenen en laarzen van maken! Zwangere vrouwtjes worden afgescheiden en leggen dan hun eieren. Deze worden in een broedmachine uitgebroed en daarna worden de kleintjes nog een halfjaartje verder opgefokt.
Grappig feit: krokodillen leggen geslachtloze eieren. Pas na zo'n dag of 10 wordt het geslacht bepaald. Is de temperatuur lager dan 30 graden worden het vrouwtjes, is deze hoger dan 32 graden worden het mannetjes en er tussenin een gemengd nest. Totale broedtijd: 60 dagen (schildpadden idem)
Weer een ervaring rijker gaan wij verder op weg naar een "killing cave" en een "Bat cave".
Beneden aan een forse heuvel (berg) schakelen wij over op een tot nu toe nog niet door ons gebruikt vervoermiddel n.l. achterop de bromfiets, de scootertaxi!
We komen de berg maar nauwelijks op. Halverwege lopen we een eindje en komen we weer bij een van de verschrikkelijke plaatsen uit de tijd van de Kmer Rouge: een killing cave.
De Rode Khmer gooide gewoon alle gevangen van bovenaf de grot in. Wie nog leefde werd alsnog doodgeknuppeld en nog verder de afgrond ingeschoven. 

Bah bah bah. 
We vragen aan Tintin hoe hij hier mee heeft leren leven, met deze vreselijke herinneringen en verhalen die hij van andere overlevers te horen heeft gekregen.
Hij heeft regelmatig nachtmerries, zo zegt hij. Maar die zullen de daders van toen misschien ook wel hebben, want van alle misdadigers van toen zijn er slechts......5 berecht. 
En de andere? 
Tsja......die vormen nu onder andere de regering, onder leiding van hun door en door corrupte eerste minister.

Ons niet laten kennend, zijn we wél helemaal naar beneden gelopen en neergestreken op een terras onder de Batcave, vergezeld van een heerlijk koel biertje. We zitten nog maar een paar minuten en iemand roept: Bats!
Er volgt een onwaarschijnlijk schouwspel. Ruim twintig minuten lang stromen er uit een grot zo'n 25 meter boven ons (naar zeggen) acht miljoen vleermuizen die deze nacht op zoek gaan naar insecten in de omliggende rijstvelden. 
Het ziet eruit als een grote zwarte bewegende tape. Alsof de vleermuizen door de berg worden uitgespuugd, een fascinerend schouwspel!
Tegen de ochtend komen ze allemaal weer individueel terug vliegen naar hun eigen plekje in de Batcave. 
We hebben wederom een enerverende, boeiende en vermoeiende dag achter de rug!
Teruggekomen in ons knusse hotel nemen we afscheid van Tintin, die ons heeft deel laten nemen in een stukje geschiedenis waarvan wij beiden als volwassen mensen getuigen van zijn geweest in de vorm van krantenlezer en TV journaalkijker.....
Wij bedanken hem voor zijn openhartige en confronterende verhalen en ontroerd vertrekt hij naar huis.
En wij, wij blijven nog even op straat staan, we zijn er stil van.......

Woensdag 1 februari

Vandaag gaat het dan eindelijk gebeuren, ons bezoek aan Angkor Wat. Het einddoel waarvoor we in eerste instantie besloten hebben om deze reis te maken. Onze verwachtingen waren dan ook hoog gespannen, we hebben er inmiddels zóveel over gelezen en gehoord. Dat laatste trouwens tijdens onze reis wanneer we met andere reizigers spraken; hun ervaringen waren overigens niet altijd alleen maar positief vanwege de idiote drukte op het tempelcomplex.
We zijn dus inmiddels al wat terughoudender geworden en we besluiten gewoon alles over ons heen te laten komen. We storten ons er gewoon in en zien wel hoe we dit gaan ervaren.
Angkor Wat is sinds het op de Unesco Werelderfgoedlijst is geplaatst, met meer dan 3 miljoen bezoekers per jaar een van de meest bezochte monumenten ter wereld. 
Het is ook het allergrootste religieuze bouwwerk ter wereld, maar dat komt omdat het niet om 1 tempel gaat maar om een heel complex wat bij elkaar 350 km2 beslaat! 
Het is duidelijk dat men dat niet op 1 dag kan doen, laat staan te voet. Wij gaan vandaag met de tuktuk op stap.
Dit is onze laatste excursie met een gids, om 08.00 staat Thom klaar, hij kijkt wat bedenkelijk en valt meteen maar met de deur in huis: vanaf 1 februari (vandaag dus) is de toegangsprijs van Angkor Wat verhoogd van 20 naar 37,50 dollar.......
Tsja, dat is een verhoging van bijna 100 procent maar we moeten het er mee doen want zoals al eerder gezegd is dit tenslotte ons einddoel! We zullen dus moeten bijbetalen, de 20 dollar is al vooruit betaald bij boeking van deze reis. 
Ook Thom laat het woord corruptie weer vrij snel vallen: van deze 37,50 dollar gaat er 70% naar de regering die er (voor zich zelf) een nieuw gebouw of hotel voor koopt of het gewoon zo in zijn zak steekt. We worden er moedeloos van. 
Bij de entree moeten we eerst een dagpas kopen, er wordt zelfs een foto van ons gemaakt en die prijkt dan mooi op het toegangsbewijs wat we verschillende keren moeten tonen bij de controles.
Natuurlijk beginnen we bij Angkor Wat. Voor de verduidelijking: Angkor Wat is slechts 1 tempel, maar in de volksmond wordt het hele complex zo genoemd, terwijl die andere tempels uiteraard heel andere namen hebben en op andere plekken op behoorlijke afstand van elkaar liggen.
Angkor Wat is dus de tempel die je altijd op foto's ziet, met het water aan de voorkant en daarin de weerspiegeling van de torens. Het water staat nu erg laag omdat het droge tijd is maar het lukt ons toch om een soortgelijke foto te maken.
De reliëfs zijn prachtig, in de stenen zijn mooie beelden uitgehouwen, meestal de zogenaamde apsara's ofwel de goddelijke danseressen, de hemelnimfen. Honderden meters muur zijn op deze manier gedecoreerd, prachtig.
Je kunt trouwens aan de stand van de voeten van de apsara's zien om welk tijdvak het gaat, elke koning liet iets nieuws bouwen en dat moest er dan anders uitzien dan het bouwwerk van zijn voorganger. 
Angkor Wat (betekent: stad der tempels) is gebouwd in de eerste helft van de 12e eeuw, aanvankelijk als hindoeïstische tempel, maar aan het eind van de 12e eeuw getransformeerd tot een boeddhistische, wat het tot de dag van vandaag nog altijd is gebleven.
Het is hier druk. Massa's mensen, voornamelijk Koreanen en Chinezen, staan te dringen bij de mooie plekjes om foto's te maken. Gelukkig weet Thom telkens weer de stille hoekjes te vinden waar we even ongestoord kunnen genieten van al deze pracht.
We bezoeken vervolgens Angkor Thom, daarvoor maken we een rit van zeker 10 minuten met onze tuktuk. We komen het complex binnen via een toegangsweg waar aan weerszijden beelden van gezichten staan. Aan de ene kant blije gezichten, aan de andere kant de verdrietige. Yin en Yang.
Binnen de muren staat de prachtige Bayontempel, gebouwd aan het einde van de 12e eeuw dus boeddhistisch. Hier staan 54 torens met elk 4 gezichten van Boeddha dus in totaal zijn er 216 gezichten te bewonderen! 
Thom heeft duidelijk talent voor fotograferen, hij kent elk trucje en weet precies de goede plekken om leuke fotoshoots te houden, we moeten er om lachen. 
Ook Thom vertelt nog even over de vreselijke Rode Khmer tijd, het is bijna niet mogelijk om het er níet over te hebben: elk mens boven de 30 heeft hier herinneringen aan en zo is bijvoorbeeld zijn familie voor meer dan de helft uitgemoord. Zijn vader heeft het overleefd door te doen alsof hij landarbeider was: hij heeft zijn handen en voeten heel ruw gemaakt en zijn bril weggegooid....

Van alle tempels die we bezoeken noem ik dan tenslotte nog de Tha Phromtempel die bekend is geworden door als locatie te fungeren in de film Tombraider met Angelina Jolie.
Iedereen heeft vast wel een keer een foto gezien van een tempelruïne die overwoekerd is door eeuwenoude bomen. Op deze plek krijgen we dan ook echt pas het mystieke gevoel waarop we hoopten. De sfeer is geheimzinnig en sprookjesachtig, inderdaad een uitstekende plek om films op te nemen. 

Halverwege de middag houden we het voor gezien. Het is bloedheet en stoffig, we nemen niets meer op aan oude stenen. Thom vraagt of wij vanaf een ander deel naar de zonsondergang willen kijken, dat betekent dat we dan tot 17.30 daar nog moeten rondhangen. 
Hij doet een ander voorstel: we kunnen ook naar een drijvend vissersdorp rijden en op het water de zon zien ondergaan. 
Dat laatste trekt ons nu meer aan en we verlaten het tempelcomplex, verzadigd met prachtige indrukken.

Een drijvend vissersdorpje is altijd leuk, zeker omdat er dan een vaartochtje aan vast zit. Onderweg bezoeken we nog even een lotusbloemen kwekerij, die hebben we nog niet eerder gezien. 
De lotusbloemen worden gekweekt omdat de bloemen gebruikt worden als offerandes in de tempels. Ze worden ook gegeten, dat wil zeggen, de zaden van de bloem. We mogen wat proeven en het smaakt een beetje naar zoete kastanjes. Best lekker dus.

Als we terugkomen in ons hotel is het al lang weer donker. We hebben geen puf meer om de stad nog in te gaan om te eten dus we bestellen iets kleins op het terras. We zijn helemaal voldaan, het hele programma van onze reis zit erop. Het enige wat ons nog rest zijn een paar vrije dagen waarin we hopen uit te rusten voordat we weer de lange reis huiswaarts gaan maken!

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Marja:
    2 februari 2017
    Gelukkig was er enige gelegenheid om dat afschuwelijke beeld van een paar dagen eerder een beetje kwijt te raken. Het was te vreselijk, maar gelukkig staat er ook mooi en vriendelijk tegenover. Wat kunnen mensen toch een onmenselijke dingen doen, terwijl er ook zoveel te genieten is. En dat laatste hebben jullie zeker gedaan.
    Ga je een boekwerkje maken van al je aantekeningen? Dat is zeker de moeite waard!! Wij gaan in elk geval je gegevens printen en op ons gemak nog eens doorlezen. Ik lees makkelijker van papier dan van mijn iPad.
    Weten jullie al wanneer je weer thuiskomt? Ze zullen wel oo julie zitten wachten. Die kleine kan onderhand natuurlijk al bijna lopen!! Wat een heerlijk dingetje, hè!? Die brede lach op dat smoeltje op de meeste foto's, snoezig!
  2. Marion:
    2 februari 2017
    Dank voor alle fantastische reisverhalen, Yolanda en Bart. We hebben er van genoten! Dankzij de levendige schrijfstijl, de foto's en video's hebben jullie ons op een geweldige manier deelgenoot gemaakt van jullie reis. Geniet nog van jullie laatste dagen daar! En tot gauw! Liefs, Ben en Marion